Algemeen
Door de ingenomen bestemmingsplanwijziging van de gemeente Veldhoven en de toenmalig geplande en reeds zo goed als voltooide nieuwbouwplannen werd het circa 400 hectare grote plangebied Zilverackers archeologisch bedreigd. Naast het traditioneel uitgevoerde archeologische onderzoek is er voor dit plangebied budget vrijgemaakt om onderzoek te doen naar een uitzonderlijk bewaard gebleven cultuurlandschap tussen Hoogeind, Berkt en Kerkoerle in het noorden en Zittard, Zonderwijk en Schoot in het zuiden. Dit rapport doet verslag van de verzamelde gegevens van het uitgevoerde akkersleuvenonderzoek naar het cultuurlandschap, dat is uitgevoerd in het begin van 2012.
Doelstelling
De nadruk binnen dit onderzoek ligt, gelet op de actuele thematiek, op de cultureel-historische ontwikkelingen van het agrarische landschap. Binnen het geldende kader is ervoor gekozen om van dit landschap twee aspecten nader te onderzoeken. De chronologische ontwikkeling van de akkercomplexen enerzijds en de variatie in landgebruik binnen de akkercomplexen anderzijds.
Werkwijze
Voorafgaand aan het veldonderzoek is een korte historisch-geografische cartografische verkenning uitgevoerd; een klein bureauonderzoek gericht op de basale ontleding van het historische landschap in landschappelijke zones (zoals beekdalen en woeste gronden), betekenisvolle eenheden (hier de primaire kavelblokken), en elementen (wegen, wallen en greppels) en het opstellen van een verwachting ten aanzien van de ruimtelijke ontwikkeling door de tijd. Op basis van de resultaten van deze verkenning zijn locaties geselecteerd voor veldonderzoek.
Het akkerdekonderzoek is opgezet volgens de akkersleufmethode. Dit is een aanpak die in Oerle-Zuid is ontwikkeld voor het onderzoek van agrarische cultuurlandschappen. Deze methodiek is vervolgens afgestemd op de kleinschaligere waarnemingen van het voorliggende onderzoek.
In totaal zijn 16 akkersleuven aangelegd.
Resultaten
Het onderzoek heeft een schat aan informatie opgeleverd over het ontstaan en de ontwikkeling van het akkercomplex in de Late-Middeleeuwen. Hiermee is het mogelijk gebleken om bestaande modellen te toetsen en nieuwe inzichten te verwerven aangaande de ontwikkeling en het ontstaan van het open akkercomplex.