Er is een archeologisch onderzoek uitgevoerd voor een plangebied aan de Hearewei in Sexbierum, gemeente Waadhoeke, provincie Fryslân. In het plangebied zullen nieuwe woningen worden gebouwd, waarvoor een wijziging van het bestemmingsplan nodig is. De geplande verstoringsdiepte bedraagt tussen de 80 en 100 centimeter onder het maaiveld. Het is echter mogelijk dat een aantal woningen wordt voorzien van een kelder. In dat geval wordt de bodem dieper verstoord. Het plangebied ligt ten noordoosten van de terp van Sexbierum. Op de Friese Archeologische Monumentenkaart Extra (FAMKE), de archeologische beleidskaart van de provincie Fryslân, ligt het in een zone waar karterend onderzoek 2 (middeleeuwen) is voorgeschreven. Archeologische resten uit deze periode kunnen worden verwacht in het plangebied. Het doel van het archeologisch onderzoek is om vast te stellen wat de kans is op de aanwezigheid van dergelijke archeologische waarden. In het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel is uitgegaan van een middelhoge verwachting voor resten uit de vroege middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd die samenhangen met terpbewoning. Dergelijke vindplaatsen worden gekenmerkt door al dan niet afgedekte vondstlagen die vaak bestaan uit met archeologische indicatoren vervuilde klei. Dergelijke indicatoren kunnen ook voorkomen in de bouwvoor. Voor het plangebied geldt geen onderzoeksverplichting voor vindplaatsen uit de steentijd en de bronstijd omdat deze hier gezien de landschapsontwikkeling niet verwacht worden. Om de archeologische verwachting te toetsen zijn in het plangebied veertien gutsboringen geplaatst. Uit de resultaten hiervan blijkt dat in het plangebied oorspronkelijk een bouwvoor van humusrijke klei aanwezig was op een dunne laag zand met daaronder getijdenafzettingen die naar beneden toe steeds meer uit zand bestaan. Het milieu waarin deze getijdenafzettingen zijn gevormd, was niet geschikt voor bewoning. Op elf van de veertien boorpunten bleek de bodem tot onder de bouwvoor vergraven te zijn voorafgaande aan de huidige inrichting van het terrein. Plaatselijk loopt de diepte van de bodemverstoring op tot meer dan een meter beneden het maaiveld. In geen van de boringen zijn relevante archeologische indicatoren gevonden.
Selectieadvies (KNA 4.0 VS07) door drs. R.P. Exaltus (senior KNA-prospector) De in de ondergrond aangetroffen afzettingen zijn gevormd in een milieu dat niet geschikt was voor bewoning. De hierboven gelegen afzettingen zijn grotendeels verloren gegaan tijdens de ontwikkeling van het terrein in de tweede helft van de twintigste eeuw. Nergens zijn dan ook relevante archeologische indicatoren gevonden of lagen die verband zouden kunnen houden met bewoning in het (verre) verleden. In verband hiermee geven de resultaten van het onderzoek geen aanleiding om archeologisch vervolgonderzoek te adviseren. Evenmin zijn archeologische resten gevonden waarmee tijdens de verdere planvorming rekening zou moeten worden gehouden.
In alle gevallen geldt dat als bij toekomstig graafwerk toch archeologische vondsten worden gedaan of archeologische grondsporen worden aangetroffen, daarvan direct melding dient te worden gemaakt conform de Erfgoedwet 2015, artikel 5.10 en artikel 5.11. Wij adviseren dit te doen bij de gemeente Waadhoeke en bij de provinciaal archeoloog, dhr. G. de Langen, tel: 058-2925487.
De gemeente Waadhoeke (dhr. W. Terpstra, beleidsmedewerker omgeving) heeft dit rapport laten toetsen door Steunpunt Monumentenzorg Fryslân en heeft op 3 februari 2020 laten weten bovenstaand selectieadvies over te nemen.