Het onderzoeks- en adviesbureau BAAC bv heeft een archeologisch booronderzoek uitgevoerd in het plangebied Kielerbocht te Groningen. In het kader van de aanpak van de ringweg is in het verleden een aantal onderzoeken uitgevoerd in de directe omgeving van het plangebied. Mede hierdoor is een aanzienlijke hoeveelheid kennis vergaard van de directe omgeving van het plangebied. Derhalve is in overleg met het bevoegd gezag overeengekomen dat een uitvoerig bureauonderzoek niet noodzakelijk is.
Uit het booronderzoek, waarbij in totaal 27 boringen zijn geplaatst, is gebleken dat het gehele plangebied in het recente verleden is verstoord. Er hebben graafwerkzaamheden plaatsgevonden die lokaal tot in de top van de afzettingen van het laagpakket van Wormer reiken. Hierbij is op die locaties het laagpakket van Walcheren geheel afgegraven. Vervolgens heeft men een ophooglaag van gemiddeld 115 cm dikte opgebracht. De top van het laagpakket van Walcheren is derhalve nergens meer intact aangetroffen, al is de verstoring ter plaatse van de boringen 1 en 2 minimaal. De verwachting dat zich hier sporen van een nederzetting bevinden uit de midden-ijzertijd – Romeinse tijd wordt als laag ingeschat.
Uitzondering hierop vormt het gebied rond de boringen 1 en 2, waar de verwachting op vindplaatsen als middelhoog is ingeschat. Over de top van het laagpakket van Wormer kunnen gezien het feit dat dit sediment slechts ter plaatse van een vijftal boringen is opgeboord, geen harde uitspraken gedaan worden aangaande de archeologische relevantie. Alleen ter plaatse van de boringen 11 en 12 is direct onder het ophoogpakket in de top van het laagpakket van Wormer een laklaag aangetroffen. De aanwezigheid van deze oude bodem duidt erop dat de bodem hier intact is. Het gaat hierbij evenwel om een natuurlijke bodemlaag zonder dat hier archeologische indicatoren zijn aangetroffen. Desalniettemin kan niet worden uitgesloten dat zich hier een archeologische vindplaats bevindt. Dit gebied heeft derhalve een middelhoge verwachting toegekend gekregen.
Indien het gebied rond de boringen 1 en 2 niet ontzien kan worden bij het graven van de geplande waterpartijen en de verstoring ter plaatse van de boringen 11 en 12 dieper zal reiken dan 1,35 m-mv, dan adviseert BAAC bv om hier vervolgonderzoek in de vorm van een proefsleuvenonderzoek te laten uitvoeren.
Inventariserend veldonderzoek (verkennende fase).
Date: 2013-08-22 (uitvoering) |