Abstract
Inoculation of seed potatoes withVerticillium biguttatum and three other hyperparasitic fungi, alone or in combination, resulted in statistically significant reduction of infestation of potato plants byRhizoctonia solani. Gliocladium roseum, Trichoderma hamatum andHormiactis fimicola did not show prolonged protection againstR. solani under farming conditions.H. fimicola, however, inhibited mycelial growth ofR. solani in vitro, particularly in the lower temperature range whereV. biguttatum did not show any growth. Combining these two antagonistic fungi may be advantageous as they cover the entire temperature range in whichR. solani is active. At the end of the vegetation period,V. biguttatum was superseded byG. roseum.
Production of sclerotia on newly formed tubers from seed potatoes inoculated withV. biguttatum (alone or in combination with the other three antagonists) was significantly reduced.
Samenvatting
Inoculative van pootaardappelen metVerticillium biguttatum, apart of sament met drie andere hyperparasieten, had een gunstig effect op het onderdrukken vanRhizoctonia solani op de plant;Trichoderma hamatum, Gliocaldium roseum enHormiactis fimicola, ieder apart toegediend, boden de plant op lange termijn geen bescherming tegenR. solani onder praktijkomstandigheden.H. fimicola bleek bij lage temperatuur, waarbijV. biguttatum geen groei-activiteit meer vertoonde, op hyfen en sclerotiën vanR. solani te kunnen groeien. Toepassing van deze schimmel enV. biguttatum in een gemengde inoculatie zou over een breder temperatuurtraject effectief kunnen zijn.
Tegen het einde van het groeiseizoen vond er op de ondergrondse plantedelen een verschuiving plaats, waarbijG. roseum meer op de voorgrond trad. Verondersteld wordt dat de afname vanV. biguttatum op stolonen hiervan een gevolg was.
De produktie van sclerotia op nieuwe aardappelen afkomstig van metV. biguttatum behandeld pootgoed (alleen of met andere hyperparasitaire schimmels) bleek sterk verminderd te zijn. Vooral dit gegeven maakt de biologische bestrijding vanR. solani interessant:V. biguttatum blijkt ook op lange termijn effectief te zijn.
Similar content being viewed by others
References
Barnett, H.L. & Binder, F.L., 1973. The fungal host-parasite relationship. A. Rev. Phytopath. 11: 273–292.
Boogert, P.H.J.F. van den & Jager, G., 1983. Accumulation of hyperparasites ofRhizoctonia solani by addition of live mycelium ofR. solani to soil. Neth. J. Pl. Path. 89: 223–228.
Chet, I. & Baker, R., 1981. Isolation and biocontrol potential ofTrichoderma hamatum from soil naturally suppressive toRhizoctonia solani. Phytopathology 71: 286–290.
Domsch, K.H., Gams, W. & Anderson, T.H., 1980. Compendium of soil fungi. Academic Press, London, 859+405 pp.
Elad, Y., Chet, I. & Henis, Y., 1981. Biological control ofRhizoctonia solani in strawberry fields byTrichoderma harzianum. Pl. Soil 60: 245–254.
Filip, Z., 1979. Wechselwirkungen von Microorganismen und Tonmineralen-eine Übersicht. Z. Pfl. Ernähr. Düng. Bodenk. 142: 375–386.
Harman, G.E., Chet, I. & Baker, R.S., 1980.Trichoderma hamatum effects on seed and seedling disease induced in radish and pea byPythium spp. orRhizoctonia solani. Phytopathology 70: 1167–1172.
Harman, G.E., Chet, I. & Baker, R.S., 1981. Factors affectingTrichoderma hamatum applied to seeds as a biocontrol agent. Phytopathology 71: 569–572.
Jager, G., Hoopen, A. ten & Velvis, H. 1979. Hyperparasites ofRhizoctonia solani in Dutch potato fields. Neth. J. Pl. Path. 85: 253–268.
Jager, G. & Velvis, H., 1980. Onderzoek naar het voorkomen vanRhizoctonia-werende aardappelpercelen in Noord-Nederland. Inst. Bodemvruchtbaarheid, Rapp. 1-80, 60 pp.
Jager, G. & Velvis, H., 1982. Aantasting van aardappel doorRhizoctonia solani in afhankelijkheid van de herkomst en de mate van besmetting van het pootgoed. Inst. Bodemvruchtbaarheid, Rapp. 4-82, 24 pp.
Jager, G. & Velvis, H., 1984. Biological control ofRhizoctonia solani on potatoes by antagonists. 2. Sprout protection against soil-borneR. solani through seed inoculation withVerticillium biguttatum. Neth. J. Pl. Path. 90: 29–33.
Lewis, J.A. & Papavizas, G.C., 1980. Integrated control ofRhizoctonia fruit rot of cucumber. Phytopathology 70: 85–89.
Mulder, A., Bouman, A., Bouman, J. & Roosjen, J., 1979. Het effect van de wijze van loofvernietiging of rooibeschadiging en de bezetting met lakschurft van een drietal fabrieksaardappelrassen. Onderzoek 1979, Stichting Akkerbouwproefboerderijen op zand-en dalgrond in Middenoost en Noordoost Nederland, p. 67–76.
Odvody, G.N., Boosalis, M.G. & Kerr, E.D., 1980. Biological control ofRhizoctonia solani with a soil-inhabiting basidiomycete. Phytopathology 70: 655–658.
Stotzky, G., 1973. Techniques to study interactions between micro-organisms and clay minerals in vivo and in vitro. Bull. Ecol. Res. Comm. (Stockholm) 17: 17–28.
Velvis, H. & Jager, G., 1983. Biological control ofRhizoctonia solani on potatoes by antagonists. 1. Preliminary experiments withVerticillium biguttatum, a sclerotium-inhabiting fungus. Neth. J. Pl. Path. 89: 113–123.
Author information
Authors and Affiliations
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Van Den Boogert, P.H.J.E., Jager, G. Biological control of Rhizoctonia solani on potatoes by antagonists. 3. Inoculation of seed potatoes with different fungi. Netherlands Journal of Plant Pathology 90, 117–126 (1984). https://doi.org/10.1007/BF01994518
Accepted:
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF01994518